Inventarisatie van gepast gebruik dure geneesmiddelen interventies
Koepelorganisaties in de zorg hebben SiRM en het Radboudumc gevraagd om interventies op het gebied van gepast gebruik van dure geneesmiddelen te inventariseren. We verzamelden ruim 90 initiatieven. Deze zijn door wetenschappelijke verenigingen beoordeeld op de mogelijkheid voor brede implementatie op grond van de beschikbare wetenschappelijke evidence. Zij oordeelden dat enkele initiatieven voldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn om breder toegepast te kunnen worden bij patiënten. Voor de andere gepast gebruik interventies is meer onderzoek nodig.
Gepast gebruik van geneesmiddelen is voor patiënten en zorgverleners van belang om onnodige en mogelijk schadelijke onder- of overbehandeling te voorkomen. Vanuit het perspectief van betaalbaarheid is het vooral belangrijk voor geneesmiddelen met een hoog kostenbeslag. Er bestaan veel initiatieven op het gebied van gepast gebruik, maar de kennis hieruit wordt nog niet systematisch in heel Nederland gebruikt. De FMS, de NFU, de NVZ, de Patiëntenfederatie en ZN hebben daarom het programma Gepast Gebruik Dure Geneesmiddelen (GGDG) opgesteld met als doel hier verandering in te brengen. Deze organisaties hebben SiRM en het Radboudumc gevraagd om als eerste stap in het programma interventies op het gebied van gepast gebruik te inventariseren. Het doel hiervan is te komen tot een shortlist met veelbelovende interventies die voldoende bewezen zijn om breed te worden geïmplementeerd en van interventies waarvoor nog verder onderzoek nodig is.
SiRM en Radboudumc verzamelden eerst een longlist van 91 interventies middels interviews, een vragenlijst en literatuuronderzoek. Het betreft bijvoorbeeld het lager doseren van dure geneesmiddelen, het toepassen van start-stopcriteria, het tegengaan van verspilling en het boosten van geneesmiddelen met voeding. Van deze 91 interventies selecteerden we 44 veelbelovende interventies op basis van hun status en van beschikbare literatuur voor een mediumlist. De mediumlist-interventies zijn door de betrokken wetenschappelijke verenigingen (wv-en) getrieerd tot een shortlist. Voor de triage maakten de wv-en gebruik van een aangevulde versie van het RE-AIM-model, die in dit project is opgesteld. Zij oordeelden dat enkele initiatieven voldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn om breder toegepast te kunnen worden bij patiënten. Voor de andere gepast gebruik interventies is meer onderzoek nodig.
Tijdens het project bleek de kennis over initiatieven rond gepast gebruik versnipperd en bleek dat er geen centraal punt is waar deze kennis verzameld wordt. Omdat de inventarisatie door SiRM en Radboudumc eenmalig was, is het daarom van belang om inventarisatie en triage van interventies structureel te beleggen. Voor centrale verzameling kwamen meerdere opties naar voren, met het programma Zorgevaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG) als meest voor de hand liggende kandidaat. Triage van interventies zou structureel belegd kunnen worden bij wv-en.
Uit de interviews met onderzoekers van de mediumlist blijkt verder dat voor daadwerkelijke implementatie van veelbelovende interventies aandacht nodig is voor huidige barrières. Zo staan patiënten niet altijd positief tegenover de interventie, met name wanneer ze geneesmiddelen chronisch gebruiken. Ook is voor het ziekenhuis vaak financieel ongunstig om de interventie te implementeren. Tot slot ervaren voorschrijvers en apothekers juridische barrières.