Onzekerheid over vraag transgenderzorg, inhaalcapaciteit zeker nodig

Ontwikkeling van vraag en beschikbare capaciteit transgenderzorg

In opdracht van ZonMw onderzocht SiRM de verwachte ontwikkeling van de vraag naar transgenderzorg en van de hiervoor beschikbare capaciteit. Circa 7.000 mensen wachten nu op indicatiestelling voor somatische transgenderzorg, vaak jarenlang. Het aantal trans personen en de vraag naar transgenderzorg in de toekomst zijn sterk onduidelijk, maar om wachttijden te verkorten, is inhaalcapaciteit zeker nodig.

De gemiddelde wachttijd tot een intake voor transgenderzorg is in Nederland opgelopen tot bijna twee jaar. Deze lange wachtperiode heeft een sterk negatieve invloed op de mensen die op deze zorg wachten. Daarbij is het onbekend hoe de vraag naar transgenderzorg zich de komende periode in aantallen gaat ontwikkelen en hoeveel capaciteit gevraagd is. In opdracht van ZonMw onderzocht SiRM de ontwikkeling van zorgvraag en -capaciteit om hier beter zicht op te krijgen.

Om deze vragen te beantwoorden, modelleerden we de vraag naar transgenderzorg en ontwikkelingen hierbinnen. Vragen rond de kwaliteit en organisatie van transgenderzorg vielen buiten dit onderzoek. Voor toekomstige ontwikkelingen in zorgvraag en -capaciteit stelden we scenario’s op. Bij elk van deze stappen betrokken we relevante stakeholders, met name in de vorm van drie klankbordgroepen, en doorlopend overleg met de Kwartiermaker Transgenderzorg en met twee parallel lopende onderzoeken (zie ook onderstaande links). Ook organiseerden we een openbare consultatie van de conceptuitkomsten. Het opgestelde model is openbaar beschikbaar en herbruikbaar voor vervolgonderzoek, zie hiervoor de link onderaan deze pagina.

Afgaande op bronnen over zelfrapportage beleeft iets meer dan 1% van de Nederlandse bevolking hun gender als anders dan het geslacht wat zij bij de geboorte toegekend hebben gekregen. In dit rapport hanteren we die brede definitie als ‘trans’. Niet alle transgender personen hebben ooit vraag naar een vorm van transgenderzorg. Slechts een klein deel van alle trans personen heeft per jaar een nieuwe vraag hiernaar. Afgaande op data van zorgaanbieders wachtten in 2022, na correctie voor dubbelingen, circa 7.000 mensen op een indicatiestellingstraject – de toegang tot somatische transgenderzorg. De vraag naar somatische transgenderzorg is vervolgens onzeker en verschilt per type transgenderzorg. Zo is de vraag naar behandeling met geslachtshormonen veel groter dan de vraag naar vermannelijkende genitale chirurgie.

Met uitzondering van het kleine effect van demografische ontwikkelingen is er geen cijfermatige informatie beschikbaar over de verwachte ontwikkeling in de vraag naar transgenderzorg in de komende jaren. Om die reden modelleerden we vier scenario’s voor deze ontwikkelingen. De scenario’s zijn beschrijvingen van mogelijke toekomstrichtingen. De geschatte invloed op de nieuwe vraag naar transgenderzorg verschilt sterk per scenario, zowel in termen van het aantal mensen wat zich als trans identificeert als in hun vraag naar specifieke typen transgenderzorg.

Het is onbekend hoe sterk het zorgaanbod moet groeien om de huidige wachttijden op indicatiestelling goeddeels weg te nemen. De onzekerheid over hoe de zorgvraag verandert, draagt daar sterk aan bij. We modelleerden veranderingen in zorgcapaciteit en -vraag om meer inzicht in de gevolgen van veranderingen te bieden. In elk scenario is tijdelijke inhaalcapaciteit nodig om de wachttijd sterk in te korten. De capaciteitsgroei is op langere termijn de belangrijkste factor in de wachttijd. Op kortere termijn speelt de vraagontwikkeling ook een grote rol. Met de ontwikkelde methode kunnen beleidsmakers en aanbieders zelf het effect van grotere of kleinere veranderingen in zorgvraag en -capaciteit bekijken.

Downloads en links

Geschreven door