Consequenties van andere opzet van psychologische vervolgopleidingen

In het programma Adaptieve Psychologische Vervolgopleidingen wordt gewerkt aan een andere opzet van psychologische vervolgopleidingen. SiRM heeft voor verschillende onderdelen van het programma consequenties in kaart gebracht, waaronder de financiële consequenties van voorgestelde varianten voor een directe aansluiting van de master- op de gz-psycholoog opleiding. We concluderen dat beide varianten zouden leiden tot hogere kosten van psychologische zorg, waarbij de logistieke aansluiting duurder uitvalt voor de overheid dan de geïntegreerde aansluiting.

Het programma Adaptieve Psychologische Vervolgopleidingen (programma APV) is in oktober 2020 van start gegaan. Het programma is erop gericht om samen met alle belanghebbenden te komen tot een nieuw systeem en een andere invulling van psychologische vervolgopleidingen. Het doel is om het voor psychologen makkelijker te maken om in te spelen op veranderingen en innovaties in de zorg, technologie en maatschappij. Dit om cliënten de best mogelijke zorg te kunnen blijven bieden.

We hebben voor de verschillende programmalijnen consequenties in kaart gebracht:

  • Het voornemen in het programma is om een directe aansluiting te realiseren van de masteropleiding op de opleiding tot gezondheidszorg (gz-)psycholoog. Met behulp van een uitgebreid model brachten we de financiële consequenties van twee varianten die onderzocht worden in kaart. We concluderen dat het voornemen in beide voorgestelde varianten leidt tot hogere kosten van psychologische zorg in Nederland. Daarbij valt de logistieke aansluiting duurder uit voor de overheid dan de geïntegreerde aansluiting. Bij de logistieke aansluiting blijven de master- en de gz-opleiding twee aparte opleidingen. In het geval van de geïntegreerde aansluiting zijn deze verenigd in een driejarige duale master.
  • In het programma wordt ook nagedacht over de governance van de gz-opleiding. We hebben de huidige governance in kaart gebracht en vergeleken met de wetten en codes in het hoger onderwijs en de zorg. Bij deze vergelijking valt op dat de huidige governance van de gz-opleiding niet overeenkomt met de hedendaagse eisen in het hoger onderwijs en de zorg. Denk hierbij bijvoorbeeld aan eisen rondom het beletten van rolvermenging in bestuur en toezicht, het organiseren van brede inspraak en medezeggenschap en het bieden van transparantie en verantwoording.
  • In het programma wordt gekeken of en hoe de infrastructuur van de gz-opleiding verbeterd kan worden. We hebben de impact van mogelijke verbetervormen op de (financiële) administratieve lasten in kaart gebracht. We concluderen dat de administratieve lasten waarop de wijzigingen in infrastructuur betrekking hebben slechts een klein deel van de totale tijd voor het organiseren van de gz-opleiding betreffen. Veruit de meeste tijd zit in de inhoudelijke begeleiding van opleidelingen en in borging van de kwaliteit van de opleiding. Op deze activiteiten hebben de wijzigingen in infrastructuur nauwelijks invloed. In dit licht zou een keuze voor een andere infrastructuurvariant vooral gebaseerd moeten zijn op verbetering van kwaliteit of governance en niet op eventuele besparingen op administratieve lasten.

Het rapport dient in samenhang met de hoofdnotitie van het programma APV gelezen te worden. De analyses in het rapport zijn bedoeld om de besluitvormers over het advies van het programma APV aan de Opleidingsraad te informeren. De analyse van financiële consequenties is daarbij zo beleidsarm mogelijk opgesteld en bevat geen inhoudelijke beoordeling van varianten.

Downloads en links

Geschreven door