SiRM Insight

Wachttijden voor knie- en heupvervangingen in ziekenhuizen twee keer hoger dan in zelfstandige behandelcentra

Insight
22 maart 2022

De plaat van deze maand laat de duidelijke verschillen tussen ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra (ZBC) in wachttijden voor knie- en heupvervanging zien. Bij ziekenhuizen zijn deze, met meer dan 90 dagen, ruim twee keer zo hoog. Daarnaast zien we van augustus tot december 2021 een daling van de wachttijden bij ziekenhuizen en een stabiel verloop bij klinieken. Sinds december stijgen de wachttijden bij ziekenhuizen aanzienlijk, terwijl ze licht dalen bij ZBC’s.

In de plaat van deze maand zien we de ontwikkeling van mediane wachttijden voor knie- en heupvervanging bij ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra (ZBC). We zien dat de mediane wachttijd tussen augustus 2021 en februari 2022 gemiddeld twee keer zo hoog is voor ziekenhuizen. Van augustus tot december 2021 dalen de wachttijden voor ziekenhuizen, terwijl deze voor ZBC’s stabiel blijven. Opvallend is dat sinds december de wachttijden tot wel 50% toenemen bij ziekenhuizen, terwijl een lichte daling doorzet bij zelfstandige behandelcentra.

De stijging van wachttijden in ziekenhuizen hangt volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) mede samen met het inhalen van de planbare zorg als gevolg van de coronapandemie. Het hoge ziekteverzuim als gevolg van de omikronvariant speelt hier naar hun verwachting ook een rol in, hoewel dit ook voor andere zorgaanbieders in deze periode het geval was. Het aantal ziekenhuizen dat knie- en heupbehandelingen uitvoert is ongeveer vier keer zo hoog als het aantal ZBC’s. Ondanks dat ZBC’s niet alle patiënten vanuit het ziekenhuis kunnen overnemen, zoals bijvoorbeeld patiënten met een verhoogd risico op complicaties, lijkt er ruimte te zijn om de wachttijden gelijkmatiger te verdelen over de instellingen. Daarmee zou de wachttijd voor een gemiddelde patiënt kunnen dalen.

Geschreven door