Differentiatiemogelijkheden in acute ziekenhuiszorg
Om de kwaliteit en toegankelijkheid van acute (ziekenhuis)zorg te borgen moeten keuzes gemaakt worden. VWS vroeg daarom een expertgroep of differentiatie van acute (ziekenhuis)zorg mogelijk is en of dit kan bijdragen aan de toegankelijkheid. SiRM was penvoerder van het rapport.
Het huidige acute (ziekenhuis)zorglandschap is niet toekomstbestending door de toenemende vraag naar acute zorg en schaarste aan zorgmedewerkers. Dat betekent dat er keuzes gemaakt (moeten) worden om de kwaliteit en toegankelijkheid zo goed mogelijk te borgen. Het Ministerie van VWS is daarom een traject gestart om de rol van de overheid te bepalen bij de te maken keuzes op het gebied van de toegankelijkheid en kwaliteit van acute (ziekenhuis)zorg. Als onderdeel van dit traject heeft VWS een expertgroep gevraagd of differentiatie van acute (ziekenhuis)zorg mogelijk is en welke (nieuwe) vormen van differentiatie te onderscheiden zijn. VWS heeft de expertgroep gevraagd om zich te focussen op differentiatiemogelijkheden voor patiëntgroepen die terecht kunnen bij minder uitgebreide of anders geoutilleerde zorgvoorzieningen dan de SEH. Daarbij is de expertgroep ook gevraagd of differentiatie kan bijdragen aan de toegankelijkheid van acute (ziekenhuis)zorg - in termen van beschikbaarheid voor burgers - en welke andere kansen en risico’s de expertgroep ziet bij differentiatie. Expliciet buiten de scope van de opdracht valt een beoordeling van de impact van differentiatie op het (acute) zorglandschap als geheel.
De expertgroep concludeert op basis van haar persoonlijke kennis en ervaring, aangevuld met deskresearch uitgevoerd door adviesbureau SiRM, dat differentiatie van acute (ziekenhuis)zorg al plaatsvindt in Nederland en daarmee mogelijk is in de praktijk. De expertgroep constateert daarbij dat differentiatie is ontstaan vanuit verschillende beweegredenen en met verschillende doelen die vaak regionale knelpunten oplossen of regionale kansen benutten. Het laat zien dat zorgverleners en -organisaties in de regio samen tot creatieve oplossingen zijn gekomen. De voorbeelden kunnen daarmee niet als landelijke blauwdruk dienen, maar wel als bron voor inspiratie. De regionale context en problematiek moeten daarbij leidend zijn voor het kiezen voor een bepaalde oplossing. Dit begint met het bepalen van de knelpunten in de regio, waarvoor de uitgewerkte ROAZ-beelden en -plannen een basis kunnen vormen.
Differentiatie leidt in specifieke situaties tot doelmatige zorg, maar dit is volgens de expertgroep niet altijd het geval. Het differentiëren van acute zorgvoorzieningen kan namelijk leiden tot minder doelmatige inzet van schaarse zorgverleners, waardoor de toegankelijkheid in termen van totale beschikbare acute zorg omlaag gaat. Zo is het bij differentiatie in dunbevolkte gebieden lastig om doelmatige inzet van zorgverleners te organiseren door te lage patiëntaantallen. Ook is het op peil houden van de competenties van zorgverleners daarbij een aandachtspunt. Voor beoordeling en behandeling thuis geldt eveneens dat dit lastig doelmatig te organiseren is door de reistijd van zorgverleners die daarmee gepaard gaat.
De expertgroep verwacht echter dat de inzet van zorgverleners bij differentiatie voor specifieke patiëntgroepen met een laagcomplexe acute zorgvraag in dichtbevolkte gebieden wel doelmatig kan zijn en daarmee kan bijdragen aan de beschikbaarheid en dus toegankelijkheid van acute zorg. Ook de investering in beoordeling en behandeling thuis van kwetsbare ouderen en aandacht voor hen bij de opvang van (semi)acute zorgvragen lijkt (in zowel dun- als dichtbevolkte gebieden) op te wegen tegen de SEH-bezoeken en acute opnames die hiermee mogelijk voorkomen worden.